zondag 29 april 2018

Vangen en lossen


Zondagmorgen thuis op de bank terugdenkend aan gisteravond. De hele zaterdag had ik hard gewerkt aan mijn nieuwe schutting. Diepe gaten graven, loodzware hardhouten palen plaatsten en schermen monteren van larikshout. Het resultaat mocht er zijn. Degelijk vakwerk vond ik zelf, laat de storm maar komen. Die kwam gisteravond gelukkig niet, het was redelijk weer hier. Visweer vond ik. Daarom rond half zes op pad. Net als vorige week naar de Flevopolder om Flevokarpers te verschalken. Dat lukte vorige keer immers goed. Ging daarom naar dezelfde stek. Niemand te zien. Altijd prettig. Er wordt daar wel gevist, maar niet veel volgens mij. En zeker niet op die moeilijk toegankelijk stekken die mijn voorkeur genieten.


Het is een tocht door een lommerrijk bos, omringt door bomen en rietkragen, prachtig gelegen en met kraakhelder water. Ideaal water om te pennen. Zag er gister nog geen ijsvogels, al zitten die er wel. Ook de bever komt er soms voorbij, meestal in de schemering. Rond mijn stek zie je wel afgeknaagde takken en moddersporen waar hij uit het water de kant op klimt. Een paar jaar terug dook er één op naast mijn dobber en klapte met zijn platte staart hard op het water. Kortom, een paradijsje in Flevoland dat altijd wel een verrassing in petto heeft. 

Zo ook gisteravond. Het gebeurde op mijn tweede stek die ik eerder had aangevoerd. Ik weet dat je dan altijd alert moet zijn en soms direct beet krijgt. Dan overkwam me gister dus ook. De pen kreeg niet eens de kans om te gaan staan, maar zakte gelijk schuin weg. Slaan en hangen. Dat gaat goed dacht ik, had op de eerste stek al een karper gevangen van 57 cm. Deze leek groter. Maakte run na run, mijn Pateke Morton matchhengel krom als een hoepel. Prettig geluksmoment voor een penvisser. Even later was het genoegen plotsklaps voorbij. Los! Kan gebeuren natuurlijk, lossen hoort bij het karpervissen en kan velerlei oorzaken hebben. Deze oorzaak werd me snel duidelijk toen ik mijn haak met hair bekeek en een schub zag. De karper was vals gehaakt. Die tellen niet. Niet erg dus dat die los schoot, ook beter voor de vis. Bovendien had ik al een karper gevangen, zie de beginfoto.


De stek was natuurlijk wel verstoord geraakt. Verderop bij wat riet, dicht bij het sleepspoor van de bever had ik ook gevoerd. Daar nog even proberen. Het was onderaan een talud, tussen de bosjes onder bomen. Kruip door sluip door vissen, heerlijk vind ik dat, voorzichtig manoeuvreren met mijn 3.65 lange glashengel. Dobbertje wilde eerst niet gaan staan, haalde een paar takken op die op de bodem lagen. Stek zal ook wel verstoord zijn dacht ik. Dat viel mee, want even later stond ik weer met een kromme hengel een karper te drillen. Moest wel door het riet het water in om te scheppen, had gelukkig mijn lieslaarzen aan. Visje van 52 cm, zo’n typische torpedovormige Flevokarper, snel en oersterk.


Terwijl ik nog met een kromme hengel stond, had ik in een ooghoek al een auto zien stoppen. Ik herkende de man die uitstapte aan z’n jas, had hem op de heenweg op een andere stek al zien zitten. Een visser. Het bleek een Poolse visser te zijn. Hij had niets gevangen was nieuwsgierig naar mijn stek. Dat er karper zat had hij net gezien. Of er ook grote zaten? Nee, dat niet, zei ik eerlijk, de meeste die je hier vangt zijn rond de 50/60 cm, soms een zeventiger, maar altijd slanke vissen, geen dikbuiken. Vond dit wel lastig. Iedereen mag van mij overal vissen, ook op mijn stekken. Die natuurlijk niet van mij zijn, al heb ik ze soms wel zelf ontdekt. Ook heb ik niets tegen Polen. Mijn oudste zoon had een Poolse vriendin, een lief meisje. Afgelopen winter waren we zelf een weekje in Polen, weinig mis met de mensen daar. Helaas hebben Poolse vissers een bepaalde reputatie opgebouwd. Wat je hoort is dat ze hun rotzooi laten ze achter en de vissen meenemen. Het omgekeerde lijkt me beter. Of deze man ook een meenemer was weet ik niet. Hij kwam wel serieus over. Ik probeerde uit te leggen dat het kwetsbaar water is en de visdruk beter beperkt kan blijven. Afwachten maar of die boodschap overkwam.

Overigens ving ik mijn karpers met een kikkererwt en een maïskorrel aan een hair. Had vier stekken aangevoerd, ook met hennep. Het werkte weer. Aan de Pateke Morton een oude Sigma 035 met 22/100 nylon, ook dat werkt altijd goed. Gauw maar weer terugkomen!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten