Zondagmorgen thuis op de bank terugdenkend aan gisteravond.
De hele zaterdag had ik hard gewerkt aan mijn nieuwe schutting. Diepe gaten
graven, loodzware hardhouten palen plaatsten en schermen monteren van
larikshout. Het resultaat mocht er zijn. Degelijk vakwerk vond ik zelf, laat de
storm maar komen. Die kwam gisteravond gelukkig niet, het was redelijk weer
hier. Visweer vond ik. Daarom rond half zes op pad. Net als vorige week naar de
Flevopolder om Flevokarpers te verschalken. Dat lukte vorige keer immers goed.
Ging daarom naar dezelfde stek. Niemand te zien. Altijd prettig. Er wordt daar
wel gevist, maar niet veel volgens mij. En zeker niet op die moeilijk
toegankelijk stekken die mijn voorkeur genieten.
Het is een tocht door een lommerrijk bos, omringt door bomen
en rietkragen, prachtig gelegen en met kraakhelder water. Ideaal water om te
pennen. Zag er gister nog geen ijsvogels, al zitten die er wel. Ook de bever
komt er soms voorbij, meestal in de schemering. Rond mijn stek zie je wel afgeknaagde
takken en moddersporen waar hij uit het water de kant op klimt. Een paar jaar
terug dook er één op naast mijn dobber en klapte met zijn platte staart hard op
het water. Kortom, een paradijsje in Flevoland dat altijd wel een verrassing in
petto heeft.
Zo ook gisteravond. Het gebeurde op mijn tweede stek die ik eerder
had aangevoerd. Ik weet dat je dan altijd alert moet zijn en soms direct beet
krijgt. Dan overkwam me gister dus ook. De pen kreeg niet eens de kans om te
gaan staan, maar zakte gelijk schuin weg. Slaan en hangen. Dat gaat goed dacht
ik, had op de eerste stek al een karper gevangen van 57 cm. Deze leek groter.
Maakte run na run, mijn Pateke Morton matchhengel krom als een hoepel. Prettig
geluksmoment voor een penvisser. Even later was het genoegen plotsklaps
voorbij. Los! Kan gebeuren natuurlijk, lossen hoort bij het karpervissen en kan
velerlei oorzaken hebben. Deze oorzaak werd me snel duidelijk toen ik mijn haak
met hair bekeek en een schub zag. De karper was vals gehaakt. Die tellen niet.
Niet erg dus dat die los schoot, ook beter voor de vis. Bovendien had ik al een
karper gevangen, zie de beginfoto.
De
stek was natuurlijk wel verstoord geraakt. Verderop bij wat riet, dicht bij het
sleepspoor van de bever had ik ook gevoerd. Daar nog even proberen. Het was
onderaan een talud, tussen de bosjes onder bomen. Kruip door sluip door vissen,
heerlijk vind ik dat, voorzichtig manoeuvreren met mijn 3.65 lange glashengel.
Dobbertje wilde eerst niet gaan staan, haalde een paar takken op die op de
bodem lagen. Stek zal ook wel verstoord zijn dacht ik. Dat viel mee, want even
later stond ik weer met een kromme hengel een karper te drillen. Moest wel door
het riet het water in om te scheppen, had gelukkig mijn lieslaarzen aan. Visje
van 52 cm, zo’n typische torpedovormige Flevokarper, snel en oersterk.
Terwijl
ik nog met een kromme hengel stond, had ik in een ooghoek al een auto zien
stoppen. Ik herkende de man die uitstapte aan z’n jas, had hem op de heenweg op
een andere stek al zien zitten. Een visser. Het bleek een Poolse visser te
zijn. Hij had niets gevangen was nieuwsgierig naar mijn stek. Dat er karper zat
had hij net gezien. Of er ook grote zaten? Nee, dat niet, zei ik eerlijk, de
meeste die je hier vangt zijn rond de 50/60 cm, soms een zeventiger, maar
altijd slanke vissen, geen dikbuiken. Vond dit wel lastig. Iedereen mag van mij
overal vissen, ook op mijn stekken. Die natuurlijk niet van mij zijn, al heb ik
ze soms wel zelf ontdekt. Ook heb ik niets tegen Polen. Mijn oudste zoon had
een Poolse vriendin, een lief meisje. Afgelopen winter waren we zelf een weekje
in Polen, weinig mis met de mensen daar. Helaas hebben Poolse vissers een
bepaalde reputatie opgebouwd. Wat je hoort is dat ze hun rotzooi laten ze
achter en de vissen meenemen. Het omgekeerde lijkt me beter. Of deze man ook
een meenemer was weet ik niet. Hij kwam wel serieus over. Ik probeerde uit te
leggen dat het kwetsbaar water is en de visdruk beter beperkt kan blijven.
Afwachten maar of die boodschap overkwam.
Overigens ving ik mijn karpers met een kikkererwt en een maïskorrel aan een hair. Had vier stekken aangevoerd, ook met hennep. Het werkte weer. Aan de Pateke Morton een oude Sigma 035 met 22/100 nylon, ook dat werkt altijd goed. Gauw maar weer terugkomen!
Overigens ving ik mijn karpers met een kikkererwt en een maïskorrel aan een hair. Had vier stekken aangevoerd, ook met hennep. Het werkte weer. Aan de Pateke Morton een oude Sigma 035 met 22/100 nylon, ook dat werkt altijd goed. Gauw maar weer terugkomen!