Poosje stil
geweest op mijn blog. Miste de inspiratie om te schrijven, had er ook de rust
niet voor. Was nogal druk op het werk en het weer zat ook niet mee. Ook sociaal
gezien waren er andere prioriteiten. Wil het nu weer oppakken. Heb ook wat te
melden, de foto verklapt dat al. Want afgelopen vrijdag was het zover.
Eindelijk na al die maanden weer gevist. Kon niet langer wachten. Had wel mijn
spulletjes goed verzorgd in de winter, ook nieuwe lijn op mijn molentjes gezet.
Was er dus klaar voor.
Rond vijf uur
vrijdag had ik tijd. Altijd lastig om te kiezen, genoeg mogelijkheden hier
binnen een half uurtje rijden, oude en nieuwe polders. Het werd een nieuwe.
Eerst kijken bij een tocht waar ik een paar jaar geleden regelmatig karper
ving. Wel een lange tocht, gelegen in een bos, maar waar zouden ze zitten? Op
de eerste plek aarzelde ik. Het water lag er mooi bij, maar ik zag geen
aanwezigheid van karper. Dat zegt niet zo veel, maar ik reed toch even verder
naar een volgende stek. Dat bleek een goede keuze.
Ik zag
gelijk de aanwezigheid van vis aan het oppervlak, overal kringen en ook deining
in het water. Veel voorn, maar ook zag ik donkere schaduwen voorbij komen. Dat
moest karper zijn! Ik ging in een vuilhoek zitten met zowel afgestorven als ook
opkomend riet. Ik viste daarover heen met mijn 3.60 lange driedelige Pateke
Morton matchhengel. Een heerlijke glashengel met voldoende body. Had direct
beet, dobbertje ging alle kanten op, maar geen wegloper om op te slaan. Had
haakje 10 met op de hair een kikkererwt en een maïskorrel. In het riet voor me
zag ik kolken en bewegende rietstengels, op nog geen meter van me af! Maar
vangen was er niet bij. Dan maar op voorn dacht ik, wilde toch dat mij handen
naar vis zouden ruiken. Had ook mijn oude Shimano Twinpower 1 ponds hengeltje
bij me met met een molentje met 18/100. Monteerde een klein vlokdobbertje, wat
loodjes en een haakje 14.
Legde in net
achter het riet op ongeveer 30 cm, terwijl het daar al ruim een meter diep was.
Viste met een halve maïskorrel en ving al gauw een paar leuke ruisvoorns van
rond de 20 cm. Dus in elk geval vis. Ondertussen kreeg ik een appje binnen van
een vismaat die zich in een naburige late winterhaven klem ving aan 30 plus
voorns en windes. Dat ging mij niet lukken dacht ik. Toen dook het vlokdobberje
weer onder en gelijk een enorme boeggolf naar links, helaas maar kort, haakje
schoot los. Karper! Dus toch! Daarna weer een paar voorns.
Ik verkaste
een tiental meters naar waar ik eerder had gevoerd. Met twee hengels, altijd
riskant. De Pateke Morton op ongeveer zes meter op de bodem. De Twinpower vlak
voor me, een meter uit de kant, met een maiskorreltje ook op de bodem, het was
daar maar 60 cm diep.
Toen
gebeurde het. Kijkend naar de andere dobber en zag ik in een ooghoek de lijn van
de Twinpower strak lopen en de top krom trekken. Direct een enorme run naar de
overkant, de twinpower als een hoepel en een gierende slip. Als dat maar goed
gaat dacht ik. Het ging gelukkig goed, heerlijk om zo’n vis te drillen met zulk
licht materiaal. Op die plek geen bomen in het water, dus ik kon de karper de
ruimte geven. Ook het kleine haakje hield het. Die Flevokarpers zijn echte
torpedo’s en oersterk.
Ging weer
terug naar de vuilhoek. Nog steeds beweging in water daar. Viste nu weer alleen
met de Pateke Morton met kikkererwt en mais. Na zo’n 20 minuten een trage
wegloper en direct een run naar links, het afgestorven riet in. Gelukkig kwam
de vis snel los en kon ik de karper uitdrillen. Deze was slanker, echt zo’n
torpedo, kenmerkend voor karpers uit de Flevopolder. Maar oersterke vissen.
Voldaan ging ik even rustig op mijn krukje zitten. Nu al een verdubbeling van
mijn karpervangst van vorig seizoen.
Inmiddels
liep het tegen half negen en de uitbundig zingende zangvogels genoten met mij
van de mooie zomerse avond. De tocht waar ik zat te vissen liep door aan de
andere kant van een weggetje. Ik had daar bij aankomst al gevoerd. Dus daar nog
even proberen.
Als gauw
liep de dobber schuin weg, maar ik wachtte wat te lang. Zag even later een rietstengel
vlak tegen de kant bewegen en sleepte mijn dobber daarheen. Al gauw een mooie
wegloper en direct weer een run. Voelde gelijk dat deze karper groter was dan
die andere twee, hij bleef maar gaan. Na een minuut of acht kon ik de karper
scheppen. Deze was wel tegen de 70 cm, een bonk spieren. Wat een avond!
Heerlijk toch dat penvissen op Flevokarpers! Kom er gauw weer terug.
Hi Martin...
BeantwoordenVerwijderenAparte vissen met in verhouding grote vinnen...
Zullen aardig sterk zijn..
Veel succes dit seizoen..!
Ja Rombout, die Flevokarpers zijn loeisterk. Jij ook veel succes komend seizoen, we gaan ons best doen en genieten!
BeantwoordenVerwijderen